We horen deze vraag vaak en telkens wordt het een geanimeerd gesprek tussen de adepten van de ene of andere aanpak.
Organisaties vragen veelal om een oplossing voor hun probleem en niet om een specifieke methode.
PMI, Prince2 en IPMA zijn wel de drie methoden die wereldwijd het meest worden gebruikt. Elk van deze methodes legt de nadruk op een bepaald aspect van projectmanagement.
De gewenste oplossing dient te worden afgestemd op de individuele behoeften en vaak is de gewenste oplossing dus een mix van deze bestaande standaarden en een stuk eigen maatwerk.
PRINCE2 gebruikt een top-down projectmanagement benadering. PRINCE2 probeert processen en procedures in te richten om de projectomgeving te beheersen. Met andere woorden: probeert processen en procedures op te zetten om te voorkomen dat we de hele tijd verrast worden. Zodra de processen en procedures zijn opgezet kijkt PRINCE2 naar wat voor soort en welke mensen nodig zijn voor het managen en uitvoeren van het project.
PMI heeft ook een procesmodel (PMBOK – Project Management Body of Knowledge), maar is veel meer techniek gedreven. Het gebruikt een bottom-up benadering. U leert eerst technieken en dan kijkt u welke processen er nodig zijn om de omgeving te managen.
PMI-PMBOK omvat vele technieken zoals het opstellen van budgetten en Activity Based Planning, terwijl PRINCE2 slechts twee technieken behandeld : Productgericht Plannen en de Quality Review.
IPMA is een methodiek die gericht is op “soft skills”, competenties, het leren omgaan met mensen en het aansturen van teams. Dit is een essentieel onderdeel van het werk van een project manager. IPMA werkt met een International Competence Baseline.
Natuurlijk overlappen deze methoden elkaar op vele punten. Ze hebben echter allemaal betrekking op bepaalde aspecten van projectmanagement. De uitdaging is om een ??manier te vinden hoe deze methodieken kunnen samenwerken in een en dezelfde omgeving.
Elke project omgeving is anders en vraagt dus om een personalisatie van de standaard. Anderzijds dienen project management processen aan te sluiten bij de overige bedrijfsprocessen.